Veelgestelde vragen
Geplaatst op: 28 juli 2025Veelgestelde vragen
- Hoe weet ik of recht heb op schadevergoeding?
- Wat is een vrijspraak?
- Wat betekent een ontslag van alle rechtsvervolging?
- Wanneer wordt het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard?
- Is het altijd zo dat wanneer geen straf of maatregel opgelegd wordt, de gewezen verdachte recht heeft op schadevergoeding?
- Wat houdt een sepot in?
- Binnen welke termijn moet de schadevergoeding worden aangevraagd?
- Welke schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?
- Wat kost het om schadevergoeding aan te vragen?
- Hoe kan ik de schadevergoeding aanvragen?
Hoe weet ik of recht heb op schadevergoeding?
U hebt volgens de wet recht op schadevergoeding indien uw strafzaak is geëindigd zonder dat aan u een straf of maatregel is opgelegd en zonder dat artikel 9a Sr is toegepast. In normaal Nederlands betekent dit dat u recht hebt op schadevergoeding wanneer u door de rechter bent vrijgesproken of ontslagen van alle rechtsvervolging, of het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is verklaard. Ook wanneer uw strafzaak door de officier van justitie of door de politie is geseponeerd, hebt u recht op schadevergoeding. Twijfelt u of u in aanmerking komt voor schadevergoeding? Doe dan de vragenmodule of neem contact met ons op zodat wij u kunnen adviseren.
Wat is een vrijspraak?
Vrijspraak is wanneer de rechter zegt dat u niet schuldig bent aan het strafbare feit of de feiten waarvoor u was gedagvaard. De rechter acht dan niet wettig en overtuigend bewezen dat u zich schuldig hebt gemaakt aan de feiten waarvan u verdacht wordt, en spreekt u vrij. U krijgt dan geen straf of maatregel opgelegd. U hebt recht op schadevergoeding wanneer u voor alle feiten op de dagvaarding wordt vrijgesproken.
Wat betekent een ontslag van alle rechtsvervolging?
De rechter zal u ontslaan van rechtsvervolging wanneer hij het feit dat u verweten wordt wel bewezen acht, maar wanneer u daarvoor niet strafbaar bent. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat u uit noodweer (zelfverdediging) handelde, of omdat er sprake is van een andere strafuitsluitingsgrond. De rechter zal duidelijk zeggen dat u niet strafbaar bent voor wat u gedaan hebt en dat u daarom geen straf of maatregel krijgt opgelegd. Alleen bij vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging voor alle feiten op de dagvaarding, hebt u recht op schadevergoeding.
Wanneer wordt het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard?
Er bestaan verschillende redenen waarom het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Vaak doet de rechter dat wanneer er ernstige fouten zijn gemaakt door het Openbaar Ministerie of wanneer het feit verjaard is. De rechter zal duidelijk zeggen dat hij het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk acht. Voor u is het gevolg dat u geen straf of maatregel opgelegd krijgt.
Is het altijd zo dat wanneer geen straf of maatregel opgelegd wordt, de gewezen verdachte recht heeft op schadevergoeding?
In beginsel wel. Er geldt alleen een kleine uitzondering. Het kan zijn dat de rechter u wel schuldig acht, maar geen straf of maatregel aan u oplegt. Juridisch betekent dit dat de rechter artikel 9a Sr toepast. Alleen in dat geval hebt u geen recht op schadevergoeding, ook al wordt aan u geen straf of maatregel opgelegd.
Wat houdt een sepot in?
U merkt vaak pas dat u verdachte bent, wanneer u door de politie als verdachte wordt gehoord? Anders dan men vaak denkt, stopt de verdenking niet nadat u weer het politiebureau uitloopt. U blijft verdachte totdat u officieel bericht ontvangt van de politie of het Openbaar Ministerie dat u niet langer als verdachte wordt beschouwd. Dat officiële bericht heet ook wel een sepotbericht. De strafzaak wordt dan geseponeerd.
Vaak gebeurt het dat de politie na een verhoor niets meer laat horen. Accepteer dat niet, en informeer actief en regelmatig bij de politie of u nog als verdachte wordt beschouwd! De politie is verplicht aan u een sepotbericht te sturen indien u niet meer als verdachte wordt gezien.
Lukt u het niet om een sepotbericht te krijgen van de politie? Neem dan contact met ons op zodat wij namens u kunnen informeren bij de politie. Op een brief van een advocaat wordt vaak sneller gereageerd.
Binnen welke termijn moet de schadevergoeding worden aangevraagd?
Na vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie dient u binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van die uitspraak een verzoekschrift voor schadevergoeding indienen. Na een (politie)sepot, moet u binnen drie maanden na de ontvangst van het sepotbericht het verzoekschrift indienen.
Welke schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?
In de artikelen 89 en 591a Sv wordt een limitatieve opsomming gegeven van de schadeposten die voor vergoeding in aanmerking komen na vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of sepot. Voor schadevergoeding komt in aanmerking:
- De tijd dat de gewezen verdachte ten onrechte in voorarrest heeft gezeten op het politiebureau of in een huis van bewaring (voor iedere dag dat u ten onrechte op het politiebureau hebt vastgezeten (inverzekeringstelling), heeft u recht op een vergoeding van € 105,00; voor iedere dag in een huis van bewaring hebt u recht op een bedrag van € 80,00)
- Gederfde inkomsten tijdens de onterechte vrijheidsbeneming (bijv. gemist salaris of andere inkomsten)
- Reis- en verblijfskosten in verband met de zitting (o.a. kilometervergoeding voor zittingen, parkeerkosten)
- Tijdsverzuim in verband met de zitting (gederfde inkomsten omdat u op de zitting aanwezig moest zijn)
- De kosten van rechtsbijstand (o.a. kosten advocaat)
Wat kost het om schadevergoeding aan te vragen?
Niets! Wij kunnen voor u GRATIS* een verzoekschrift indienen om schadevergoeding aan te vragen. Wij kunnen u deze dienstverlening gratis aanbieden omdat wij onze kosten tevens vergoed krijgen van de overheid. De overheid betaalt onze kosten dus.
*Alleen bij zaken met een belang van meer dan € 2.500,00 aan te vorderen schadevergoeding vragen wij bovenop de standaardvergoeding die wij van de Staat ontvangen een percentage van 15% van de aan u toegekende schadevergoeding. Dit heeft voor u als voordeel dat u zeker weet, dat wij het maximale bedrag aan schadevergoeding eruit zullen halen, nu wij zelf ook profijt hebben van een hogere vergoeding.
Hoe kan ik de schadevergoeding aanvragen?
U kunt het aanvraagformulier op onze website invullen. Wij zullen dan vervolgens voor u een verzoekschrift opstellen en deze ter goedkeuring en ondertekening naar u toesturen. Na ondertekening kunt u het verzoekschrift rechtstreeks naar de rechtbank toesturen of naar ons, waarna wij het verzoekschrift namens u kunnen indienen.
Schadeposten
Geplaatst op: 28 juli 2025Er zijn verschillende soorten schadeposten, hieronder treft u een overzicht aan:
- Welke schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?
- Immateriële schade na onterechte vrijheidsbeneming
- Vermogensschade na onterechte vrijheidsbeneming
- Reis- en verblijfskosten
- Tijdsverzuim
- Tijdsverzuim ouders
- Kosten van rechtsbijstand
- Kosten opstellen verzoekschrift
- Overige kosten en/of schade
Welke schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?
Na vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of sepot kunt u een vergoeding vragen voor de door u geleden schade. De verschillende schadeposten die voor vergoeding in aanmerking komen, staan vermeld in de artikelen 89 en 591a Sv. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende schadeposten, met een korte toelichting en instructie voor de benodigde informatie en documenten die nodig zijn voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift.
Immateriële schade na onterechte vrijheidsbeneming
Wanneer u ten onrechte in voorarrest hebt gezeten, hebt u recht op schadevergoeding.
Bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding wordt over het algemeen aansluiting gezocht bij de in het Landelijk Overleg van Voorzitters van de Strafsectoren (LOVS) afgesproken forfaitaire bedragen van € 105,00 per dag indien de inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis in een politiebureau is ten uitvoer gelegd en/of de voorlopige hechtenis in alle beperkingen is doorgebracht, alsmede € 80,00 voor elke dag indien de tenuitvoerlegging in een huis van bewaring (of in een jeugdinrichting) heeft plaatsgevonden.
In uitzonderlijke gevallen bestaat de mogelijkheid om een hogere vergoeding te vragen. U kunt in dat geval het beste eerst telefonisch contact met ons opnemen.
In het aanvraagformulier dient u de periode van de detentie op het politiebureau en in het huis van bewaring te vermelden, met vermelding van het aantal dagen. Geef afzonderlijk de periode op dat u in het huis van bewaring hebt gezeten, en ook de periode van de beperkingen. Indien u de periode dat u hebt vastgezeten niet (zeker) meer weet, kunt u ook volstaan met het invullen van het aantal dagen. Wij zullen eventueel bij het parket navraag doen over deze periode.
Bij de berekening van het aantal dagen, mag u de eerste dag niet meetellen, maar de dag van de invrijheidstelling weer wel. Indien u de eerste dag direct in vrijheid bent gesteld, kunt u de datum van de dag van de inverzekeringstelling invullen, gevolgd door “1” bij het aantal dagen.
> Meer informatie berekening immateriele schadevergoeding
Vermogensschade na onterechte vrijheidsbeneming
Het kan zo zijn dat u naast immateriële schade, ook vermogensschade lijdt of heeft geleden als gevolg van de onterechte vrijheidsbeneming.
In de meeste gevallen gaat het hier om gederfde inkomsten omdat u gedurende de tijd dat u hebt vastgezeten, niet hebt kunnen werken. U kunt vergoeding vragen van deze gederfde inkomsten mits u kunt bewijzen dat u in de betreffende periode ook daadwerkelijk had moeten werken. Dit bewijs kunt u leveren via een schriftelijke verklaring van uw werkgever. In deze verklaring dient uw werkgever de dagen in te vullen die u eigenlijk had moeten werken, alsmede het aantal uren per dag, en uw netto uurloon, zodat aan de hand hiervan eenvoudig uw gederfde inkomsten kunnen worden berekend.
Zo heeft een persoon die tijdens de vrijheidsbeneming eigenlijk 3 dagen, 5 uur per dag had moeten werken, met een salaris van € 12,50 per uur, recht op vergoeding van een bedrag van € 187,50.
Indien u een eigen onderneming heeft, is het vaak lastiger om de gederfde inkomsten aan te tonen. Een verklaring van een accountant of een potentieel opdrachtgever over het mislopen van een belangrijke opdracht kan hierin wellicht uitkomst bieden.
Indien u scholier bent, en als gevolg van de onterechte vrijheidsbeneming, een schooljaar bent blijven zitten, zouden we ook daarvoor een vergoeding kunnen vragen. Het is vaak wel moeilijk in dit soort zaken om het causaal verband aan te tonen. Wij moeten op z’n minst beschikken over een schriftelijke verklaring van school waarin de school bevestigt dat u het schooljaar hebt gedoubleerd omdat u in voorarrest hebt gezeten, terwijl u anders een redelijke kans zou hebben gehad om het schooljaar c.q. examen wel te halen.
Reis- en verblijfskosten
Ook alle reis- en verblijfskosten in verband met de behandeling ter terechtzitting komen voor vergoeding in aanmerking. Het gaat echt alleen om die kosten die door u zijn gemaakt om bij de zitting aanwezig te kunnen zijn. Over het algemeen gaat het om de reiskosten die u hebt moeten maken, en de eventuele parkeerkosten. Bij verblijfskosten moet u onder meer denken aan de kosten van een hotelovernachting indien u in korte tijd tijdens meerdere zittingen aanwezig hebt moeten zijn en in redelijkheid niet van u gevergd kon worden dat u telkens op en neer reisde.
De reis- en verblijfskosten voor andere doeleinden, bijvoorbeeld omdat u gehoord moest worden door de politie of gesprekken met de reclassering, komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het gaat zowel om de reis- en verblijfskosten voor de zitting in eerste aanleg (rechtbank) als in hoger beroep (gerechtshof).
Wij vorderen standaard een bedrag van € 0,19 per kilometer, op grond van de afstand vanaf uw woonadres tot de rechtbank of het gerechtshof, op basis van de kortste reisafstand.
Ook parkeerkosten komen voor vergoeding in aanmerking. U moet dan wel het parkeerkaartje meesturen.
Tijdsverzuim
Indien u vanwege de behandeling ter terechtzitting van uw strafzaak niet hebt kunnen werken, heeft u recht op een schadevergoeding wegens tijdsverzuim.
In de wet is de te vorderen schadevergoeding uitdrukkelijk beperkt tot het tijdsverzuim vanwege uw aanwezigheid ter terechtzitting. Omdat een zitting vaak slechts een half uur tot uur duurt, terwijl de zitting u ook reis- en wachttijd heeft gekost, kunt u over het algemeen een dagdeel (4 uren) per zitting rekenen.
In de meeste gevallen gaat het hier om gederfde inkomsten omdat u vanwege uw aanwezigheid tijdens de zitting(en), niet hebt kunnen werken. U kunt vergoeding vragen van deze gederfde inkomsten mits u kunt bewijzen dat u in de betreffende periode ook daadwerkelijk had moeten werken. Dit bewijs kunt u leveren via een schriftelijke verklaring van uw werkgever. In deze verklaring dient uw werkgever de dagen in te vullen die u eigenlijk had moeten werken, alsmede het aantal uren per dag, en uw netto uurloon, zodat aan de hand hiervan eenvoudig uw gederfde inkomsten kunnen worden berekend.
Zo heeft een persoon die vanwege een zitting 2x een dagdeel onbetaald verlof heeft moeten opnemen, met een salaris van € 12,50 per uur, recht op vergoeding van een bedrag van € 100,00.
Indien u een eigen onderneming heeft, is het vaak lastiger om de gederfde inkomsten aan te tonen. Een verklaring van een accountant of een potentieel opdrachtgever over het mislopen van een belangrijke opdracht kan hierin wellicht uitkomst bieden.
Tijdsverzuim ouders
Indien uw ouders (vanwege uw minderjarigheid) ook (verplicht) aanwezig waren tijdens de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting, kunnen ook zij (ook) aanspraak maken op schadevergoeding wegens tijdsverzuim.
Ook hier gaat het alleen om de tijd die zij niet hebben kunnen werken omdat zij tijdens de zitting aanwezig zijn geweest. Het gaat zowel om de zitting in eerste aanleg (rechtbank) als in hoger beroep (gerechtshof).
Evenals dat geldt voor de gederfde inkomsten tijdens de vrijheidsbeneming, dienen de gederfde inkomsten ook nu in voldoende mate te worden onderbouwd. Indien uw ouders in loondienst werkzaam zijn, kunnen zij dat bewijs leveren door een verklaring door hun werkgever(s) op te laten stellen waaruit in voldoende mate volgt dat zij op het tijdstip van de zitting eigenlijk moesten werken, hetgeen niet mogelijk was door de zitting en dat zij daardoor gedurende die tijd geen loon hebben genoten. De werkgever dient te vermelden hoeveel uren uw ouders in totaal (met specificatie!) niet hebben kunnen werken en hoeveel uw netto uurloon bedraagt. Vaak krijgen zij hoogstens (inclusief reistijd) een dagdeel (4 uur) vergoed.
Kosten van rechtsbijstand
Op grond van artikel 591a Sv hebt u tevens recht op vergoeding van de door u gemaakte kosten van rechtsbijstand.
Het gaat om de kosten die u uw advocaat moet betalen of heeft moeten betalen in verband met de door hem verleende rechtsbijstand. Met name als u meerdere advocaten hebt gehad, is het belangrijk om zorgvuldig na te gaan hoe hoog de kosten van rechtsbijstand zijn.
Indien de advocaat u op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand bijstond, heeft u hoogstens recht op terugbetaling van de door u betaalde eigen bijdrage. Hiervoor kan een verzoek worden ingediend bij de Raad voor Rechtsbijstand bij de declaratie van uw huidige toevoeging. Indien u in hoger beroep bent vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging, hebt u wel recht op vergoeding van de in eerste aanleg door u betaalde eigen bijdrage. U dient deze eigen bijdrage dan te vermelden in op het aanvraagformulier.
Kosten opstellen verzoekschrift
In verband met de kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift vorderen wij een standaardbedrag van € 275,00 inclusief BTW (bij behandeling van het verzoekschrift ter zitting bedraagt dit bedrag € 550,00). Deze vergoeding is in beginsel toereikend, waardoor wij het verzoekschrift gratis voor u kunnen indienen bij de rechtbank c.q. het gerechtshof.
Indien en voor zover de daadwerkelijke kosten dit bedrag overstijgen, behouden wij ons het recht voor om de werkelijk gemaakte kosten te verrekenen met de later toegekende vergoeding. Wij vragen deze vergoeding standaard. U hoeft hier verder niets in te vullen.
Overige kosten en/of schade
Indien u nog andere kosten hebt gemaakt of anderszins schade hebt geleden in verband met de behandeling van uw strafzaak of het voorarrest, verzoeken wij u om hierover contact met ons op te nemen. Wij zullen dan in samenspraak met u bekijken of de door de door u geleden schade voor vergoeding in aanmerking komt op grond van de artikelen 89 en/of 591(a) Sv.
Schadevergoeding na vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging en sepot
Geplaatst op: 28 juli 2025Indien een verdachte in een strafzaak voor alle feiten wordt vrijgesproken of wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en deze uitspraak onherroepelijk is geworden, kan de gewezen verdachte in aanmerking komen voor een schadevergoeding.
Een gewezen verdachte komt ook voor schadevergoeding in aanmerking wanneer de strafzaak door de politie of justitie zelf wordt geseponeerd. De wet spreekt namelijk over het eindigen van de strafzaak zonder dat een straf of maatregel wordt opgelegd met uitzondering van een schuldigverklaring zonder oplegging van straf.
Het verzoek om schadevergoeding moet binnen drie maanden na het einde van de zaak zijn ingediend.
Schadevergoeding
Voor schadevergoeding komt onder meer in aanmerking:
- De tijd dat de gewezen verdachte ten onrechte in voorarrest heeft gezeten op het politiebureau of in een huis van bewaring
- Gederfde inkomsten
- Reis- en verblijfskosten in verband met de zitting
- Tijdsverzuim in verband met de zitting
- De kosten van rechtsbijstand
Gratis rechtsbijstand
Omdat ook de kosten voor het indienen van een verzoekschrift tot schadevergoeding – bij toekenning – worden vergoed, kunnen wij voor u GRATIS het verzoekschrift opstellen en indienen. Het loont derhalve voor u om zelfs voor lagere bedragen schadevergoeding te claimen. Het invullen van het aanvraagformulier neemt hoogstens 5 minuten van uw tijd in beslag.
Ook schadevergoeding voor reiskosten na aanhouding en verblijf politiebureau
Geplaatst op: 28 juli 2025Via artikel 530 e.v. Sv. zou een gewezen verdachte ook aanspraak kunnen maken voor de reiskosten die zij hebben gemaakt na een aanhouding en (achteraf bezien) onterecht verblijf op het politiebureau. Dat volgt uit een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 23 januari 2018, NBSTRAF 2018/70.
Wettelijke grondslag vergoeding reiskosten
Het gaat om de reiskosten die de gewezen verdachte heeft moeten maken voor de reis met het openbaar vervoer van het politiebureau, waar hij in verzekering was gesteld, naar huis. Deze vergoeding van de reiskosten kan tegenwoordig worden beschouwd als kosten die gemaakt zijn ten behoeve van het onderzoek als bedoeld in artikel 530 Sv.
Rb: schadevergoeding voor reiskosten
Voorheen kon een grondslag voor deze vergoeding worden gevonden in de jurispru
dentie. De rechtbank kende de gevorderde schadevergoeding toe en overwoog het volgende:
“Wat betreft art. 591a Sv is de vergoeding voor reiskosten beperkt tot die welke zijn gemaakt ten behoeve van het onderzoek en de behandeling der zaak.
De memorie van toelichting bij het ontwerp dat heeft geleid tot wet van 28 maart 1963, Stb. 1963, 130 (p. 9) vermeldt dienaangaande: “De nieuwe redactie stelt buiten twijfel dat bijvoorbeeld kosten voor reizen, noodzakelijk in verband met een verhoor, niet ter terechtzitting maar door de rechter-commissaris, eveneens voor vergoeding in aanmerking komen”.
De Rechtbank is van oordeel dat, in de lijn van de bedoeling van de wetgever, de door verzoekster verzochte reiskosten moeten worden gezien als reiskosten in de zin van art. 591a Sv. Het maken van reiskosten stond immers niet ter eigen beoordeling van de verdachte, maar waren het gevolg van feit dat zij ten behoeve van het voorbereidend onderzoek in verzekering werd gesteld. Bovendien gaat het om redelijke kosten, die in redelijkheid zijn gemaakt.
De Rechtbank zal voor het opmaken, indienen en behandelen van het verzoekschrift de standaardvergoeding toekennen.”
Voorwaarden voor schadevergoeding na einde strafzaak
Geplaatst op: 28 juli 2025Om in aanmerking te komen voor schadevergoeding dient de (straf)zaak te zijn geëindigd zonder dat aan u een straf of maatregel is opgelegd en zonder dat artikel 9a Sr (schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel) door de rechter is toegepast.
Dit is in de navolgende gevallen:
- Sepo
- Vrijspraak
- Ontslag van rechtsvervolging
- Openbaar Ministerie is niet-ontvankelijk in de vervolging
Daarnaast geldt als voorwaarde dat het verzoekschrift voor het verkrijgen van schadevergoeding binnen drie maanden na het einde van de strafzaak moet worden ingediend. Hierna zal per geval worden aangegeven wanneer de strafzaak als geëindigd kan worden beschouwd.
Sepot
Een sepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie om een strafbaar feit niet te vervolgen. U ontvangt een brief van de politie of het Openbaar Ministerie een brief dat u niet langer als verdachte wordt aangemerkt. Deze brief wordt ook wel een sepotbericht genoemd. Een voorbeeld van een sepotbericht ziet u hier.
U merkt vaak pas dat u verdachte bent, wanneer u door de politie als verdachte wordt gehoord? Anders dan men vaak denkt, stopt de verdenking niet nadat u weer het politiebureau uitloopt. U blijft verdachte totdat u officieel bericht ontvangt van de politie of het Openbaar Ministerie dat u niet langer als verdachte wordt beschouwd. De zaak wordt dan geseponeerd.
Vaak gebeurt het dat de politie na een verhoor niets meer laat horen. Accepteer dat niet, en informeer actief en regelmatig bij de politie of u nog als verdachte wordt beschouwd! De politie is verplicht aan u een sepotbericht te sturen indien u niet meer als verdachte wordt gezien.
Lukt u het niet om een sepotbericht te krijgen van de politie? Neem dan contact met ons op zodat wij namens u kunnen informeren bij de politie. Op een brief van een advocaat wordt vaak sneller gereageerd.
De strafzaak eindigt wanneer u bekend raakt met het sepot. Normaal gesproken is dat wanneer u het sepotbericht van de politie ontvangt. Dan begint de termijn van drie maanden te lopen, waarbinnen het verzoekschrift voor het verkrijgen van schadevergoeding bij de rechtbank of het gerechtshof moet zijn ingediend.
Vrijspraak
Een vrijspraak is een uitspraak van de rechter, die inhoudt dat u niet schuldig bent aan het strafbare feit of de feiten waarvoor u was gedagvaard. De rechter acht dan niet wettig en overtuigend bewezen dat u zich schuldig hebt gemaakt aan de feiten waarvan u verdacht wordt, en spreekt u vrij. U krijgt dan geen straf of maatregel opgelegd.
In het dagelijks spraakgebruik wordt de vrijspraak vaak verward met de ontslag van rechtsvervolging of de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Ook in die gevallen wordt er immers geen straf of maatregel opgelegd. Het verschil is echter dat bij de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie de rechter niet eens aan het oordeel, of het feit bewezen kan worden, toekomt.
Ontslag van alle rechtsvervolging?
Bij de ontslag van rechtsvervolging acht de rechter, anders dan bij de vrijspraak, het feit juist weer wel bewezen, maar acht u daarvoor niet strafbaar. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat u uit noodweer (zelfverdediging) handelde, of omdat er sprake is van een andere strafuitsluitingsgrond, zoals overmacht, een (tijdelijke) toerekeningsvatbaarheid, e.d.. De rechter zal duidelijk zeggen dat u niet strafbaar bent voor wat u gedaan hebt en dat u daarom wordt ontslagen van rechtsvervolging.
U hebt alleen recht op schadevergoeding wanneer de rechter ook geen maatregel oplegt. Soms gebeurt het dat de rechter nog wel een maatregel oplegt. Dit zien we vooral bij een ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid, bijvoorbeeld wanneer het feit is gepleegd onder invloed van een stoornis van de geestesvermogens. De rechter kan dan bepalen dat aan u geen straf wordt opgelegd, maar wel een maatregel als plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis, TBS of TBS met voorwaarden. In dat geval hebt u dus geen recht op schadevergoeding.
De strafzaak is geëindigd na het verstrijken van de termijn van veertien dagen voor het instellen van hoger beroep.
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Er bestaan verschillende redenen waarom het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Vaak doet de rechter dat wanneer er ernstige fouten zijn gemaakt door het Openbaar Ministerie of wanneer het feit verjaard is. De rechter zal duidelijk zeggen dat hij het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaart. Voor u is het gevolg dat u geen straf of maatregel opgelegd krijgt.
De strafzaak is geëindigd na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
Inverzekeringstelling
Geplaatst op: 28 juli 2025Op grond van artikel 89 Sv. hebt u alleen echt op schadevergoeding wegens uw verblijf op het politiebureau vanaf het moment dat u in verzekering bent gesteld.
Wat is een inverzekeringstelling?
De inverzekeringstelling is het verblijf op het politiebureau dat volgt op de fase van het ophouden voor verhoor. Bij de inverzekeringstelling zal een Hulp-Offiicier van Justitie (HOvJ) tegen u zeggen dat u nog voor maximaal 3 dagen op het politiebureau moet blijven. U krijgt dan ook een bevel tot inverzekeringstelling uitgereikt. Dit is een formulier waarop het feit waarvan u verdacht wordt, staat vermeld, alsook dat u nog voor maximaal 3 dagen kunt worden vastgehouden.
Hoe weet ik of ik in verzekering ben gesteld?
U moet hier de verschillende fasen van het voorarrest onderscheiden. Wanneer u wordt aangehouden, en naar een politiebureau wordt overgebracht, zit u in de fase van het ophouden voor verhoor. U mag dan maximaal 6 uur op het politiebureau worden vastgehouden, waarbij de tijd tussen 0.00u en 9.00u niet meetelt. Wordt u dus om 2.30u ’s nachts aangehouden, dan mag u tot maximaal 15.00u worden vastgehouden op het politiebureau.
Na de fase van het ophouden voor verhoor, wordt u in verzekering gesteld. Het kan zijn dat ze u ook kort na de aanhouding in verzekering stellen, dus het hoeft niet zo te zijn dat u eerst 6 uur hebt vastgezeten op het politiebureau. Bij een inverzekeringstelling komt altijd een hulpofficier van justitie u vertellen dat u nog voor maximaal 3 dagen in verzekering wordt gesteld. U krijgt ook standaard een kopie van het bevel tot inverzekeringstelling uitgereikt. Bewaar deze goed!
Pas vanaf de fase van de inverzekeringstelling heeft een gewezen verdachte recht op schadevergoeding bij sepot van de strafzaak. Twijfelt u of u in verzekering bent gesteld, neem dan eerst even contact met ons op.
Ik ben NIET in verzekering gesteld. Heb ik dan wel recht op schadevergoeding?
Als u niet in verzekering bent gesteld, kunt u helaas geen schadevergoeding krijgen voor de tijd dat u op het politiebureau hebt vastgezeten. Indien de strafzaak is geseponeerd, kunt u hoogstens schadevergoeding vragen voor de kosten van rechtsbijstand en eventueel gemaakte onderzoekskosten.
Indien u door de rechter bent vrijgesproken of ontslagen van alle rechtsvervolging, dan kunt u weer wel schadevergoeding vragen. U komt dan onder andere in aanmerking voor schadevergoeding in verband met gederfde inkomsten omdat u niet kon werken, en u hebt recht op een reiskostenvergoeding.
Hoogte schadevergoeding voorarrest
Geplaatst op: 28 juli 2025De hoogte van de schadevergoeding voor het voorarrest is onder andere afhankelijk van de aard en de ernst van de zaak, de nadelige gevolgen die u hebt ondervonden wegens het voorarrest, en de overige omstandigheden van het geval.
Standaardbedragen schadevergoeding voorarrest
De rechtbanken hanteren in de meeste gevallen standaard schadevergoedingen bij onterechte detentie:
1 dag politiebureau……………………………………………………. | € 105,00 |
1 dag huis van bewaring…………………………………………….. | € 80,00 |
1 dag huis van bewaring in beperkingen……………………….. | € 105,00 |
Schadevergoeding kan pas worden verkregen vanaf de inverzekeringstelling op het politiebureau.
Hogere schadevergoeding voorarrest
In sommige zaken wordt een hogere schadevergoeding voor voorarrestdoor de rechter toegekend dan de hierboven genoemde standaardvergoedingen. Een aantal voorbeelden zal ik hierna kort bespreken.
Schadevergoeding van € 50.000,00 voor 8 dagen voorarrest omdat verzoeker beroep niet meer kan uitoefenen
LJN: AV1634, Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 7 februari 2006
Verzoeker is anesthesioloog in opleiding verdacht van moord wegens toediening morfine endormicum. Als gevolg van de ondergane verzekering en voorlopige hechtenis een opleidingsvertraging van minimaal achttien maanden opgelopen. Daarnaast heeft zijn detentie diep ingrijpende emotionele gevolgen voor hem gehad. Verzoeker is naar zijn zeggen geestelijk niet meer in staat om zijn beroep uit te oefenen. Het is voor verzoeker buitengewoon ingrijpend geweest om als arts terzake van moord in verzekering en voorlopige hechtenis te worden gesteld, terwijl hij naar eer en geweten had gehandeld. De omvang van de materiële schade niet eenvoudig is aan te duiden. Om deze reden is de materiële en de immateriële schade in het verzoekschrift niet nader gespecificeerd, maar is volstaan met opgave van één totaalbedrag terzake van beide schadeposten tezamen.
Schadevergoeding van € 380,00 per dag politiebureau en € 280,00 per dag HvB wegens verdenking ernstig feit, aandacht in media, dreiging vanuit familie slachtoffer
LJN: BB7690, Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 13 november 2007
Verzoeker werd verdacht van verdenking van moord. In eerste aanleg veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf, in hoger beroep vrijgesproken. De kwaliteit van het opsporingsonderzoek zodanig is geweest dat de detentie van verzoeker (hoogstwaarschijnlijk) langer dan noodzakelijk heeft geduurd. De media veel aandacht aan de strafzaak hebben besteed, waarbij de identiteit van verzoeker volledig bekend is geworden. Bij de familie van het slachtoffer bestaat nog altijd de vaste overtuiging dat verzoeker de dader is van de moord, welke overtuiging mede is gevoed door leden van het aanvankelijke opsporingsteam, dat daarbij zelfs uitgebreide voorbereidingen zijn getroffen door leden van de familie van het slachtoffer om verzoeker van het leven te laten beroven en dat de vrees van verzoeker voor zijn leven zo reëel en concreet is dat hij, zodra hij enigszins financieel bij machte is, uit zijn naaste omgeving en verre omstreken zal verdwijnen. Als gevolg van de strafzaak is zijn leven totaal ontwricht.
€ 285,00 per dag politiebureau / € 210,00 per dag HvB wegens ernst feit, aandacht media, smet
LJN: AF8237, Rechtbank Assen, 2 mei 2003
Verdenking van een bijzonder ernstig feit: het (met voorbedachte rade) een ander van het leven beroven. Het betreffende feit heeft de gemoederen in Ruinen (de plaats waar Andrea Luten woonde) en ver daarbuiten danig in beweging gebracht. Ook de landelijke media hebben veel aandacht gehad voor de onopgeloste moord.
De rechtbank acht aannemelijk, dat ondanks de vrijspraak, verzoeker niet snel en mogelijk nooit geheel bevrijd zal zijn van de smetten, die als gevolg van de destijds gerezen verdenking en vervolging aan hem kleven.
€ 500,00 per dag politiebureau (totaal voorarrest € 1.000,00) ivm verdenking ernstig feit en gedwongen verhuizing
LJN: AU3600, Rechtbank Rotterdam, 30 september 2005
Verzoekster heeft twee dagen in verzekering doorgebracht op verdenking van betrokkenheid bij voorbereidingshandelingen voor een terroristische aanslag. De rechtbank is van oordeel dat in casu termen aanwezig zijn een hoger bedrag toe te wijzen dan voormeld standaardbedrag, nu is gebleken dat de op verzoekster toegepaste dwangmiddelen voor haar en haar gezin ingrijpende gevolgen hebben gehad, zoals een noodzakelijk ervaren verhuizing. Alle omstandigheden in aanmerking genomen acht de rechtbank gronden van billijkheid aanwezig om aan verzoekster een vergoeding van € 500,- per dag toe te kennen ter zake van de door haar geleden immateriële schade ten gevolge van de periode doorgebracht in verzekering. De door verzoekster ervaren overige immateriële schade is naar het oordeel van de rechtbank in overwegende mate veroorzaakt door de aandacht die de media aan de onderhavige aanhouding heeft besteed, waartoe verzoekster ook de mogelijkheid heeft geboden door met de media in gesprek te gaan en de pers in haar huis toe te laten.
€ 200,00 per dag ivm hogere leeftijd en zwaardere verdenking
LJN: BD9571, Gerechtshof Arnhem, 16 juli 2007
Het hof ziet, gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, aanleiding om aan appellant een hogere vergoeding toe te kennen dan de gebruikelijke forfaitaire vergoeding. Op grond van de overgelegde stukken en hetgeen bij de behandeling ter zitting is gebleken, is aannemelijk geworden dat de langdurige vrijheidsbeneming voor appellante, in het bijzonder gelet op zijn leeftijd, het gevoerde opsporingsonderzoek en het feit dat beide echtelieden waren gedetineerd, naar verhouding zwaardere gevolgen heeft gehad dan voor andere verdachten die terzake van een gelijkluidende verdenking preventief worden gehecht. Daarom zal het hof aan appellant voor de dagen in verzekering en in voorlopige verzekering doorgebracht € 200,= per dag toekennen.
Vergoeding € 150,00 per dag ivm zedenzaak en reactie omgeving
Rechtbank Zwolle-Lelystad, 2 juli 2008, NbSr 2008, 249
Minderjarige verdacht van zedendelict; vanwege reactie schoolleiding naar aanleiding van aanhouding en ivs is er een hogere vergoeding toegekend dan de standaardbedragen.
Toekenning hogere schadevergoeding (€ 500,00 per dag), omdat verzoeker “stevig aan de tand is gevoeld
LJN: AZ5018, Rechtbank Utrecht, 21 december 2006
De rechtbank ziet in deze bijzondere strafzaak aanleiding om een hogere dan de gebruikelijke vergoeding van 16 dagen à € 95,– toe te kennen. De rechtbank komt tot een hogere vergoeding, nu verzoeker gedetineerd is geweest wegens verdenking van het gepleegd hebben van een zeer ernstig delict jegens een familielid en de rechtbank ervan uitgaat dat in het kader van het strafrechtelijk onderzoek verzoeker “stevig aan de tand is gevoeld”.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker alles in aanmerking genomen een vergoeding voor ondergane verzekering en voorlopige hechtenis toekomt van € 8.000,–.
€ 250,00 per dag wegens ernstige verdenking en gevolgen voor gewezen verdachte
LJN: BN1204, Rechtbank Roermond, 14 juli 2010
Hoge vergoeding minderjarige die op geen enkele wijze contact mocht hebben met de ouders
Rechtbank Rotterdam, 14 december 2010, parketnr 10/710088-09
Vergoeding € 150,00 per dag
Lagere schadevergoeding voorarrest
In sommige gevallen wordt door de rechter ook de hoogte van de schadevergoeding voor het voorarrest gematigd. Uitgangspunt is evenwel dat van de standaard schadevergoedingen niet te snel mag worden afgeweken (zie o.a. Gerechtshof Arnhem, 3 mei 2004, LJN AO878).
Toch gebeurt het nog wel eens dat een lagere schadevergoeding voor de onterechte voorarrest wordt toegekend. Zo heeft de rechtbank Haarlem in haar uitspraak van 6 augustus 2009 (LJN: BJ6476) een lagere schadevergoeding toegekend aan een veelpleger, zonder vaste woon- of verblijfplaas, en zonder werk.
Voorwaarde voor schadevergoeding: alleen bij algehele vrijspraak
Geplaatst op: 28 juli 2025Wilt u aanspraak kunnen maken op schadevergoeding na vrijspraak, dan is het van belang dat u vrijspraak krijgt voor alle feiten op de dagvaarding. Geldt de vrijspraak alleen voor een of meerdere feiten, en wordt u voor een ander feit wel veroordeeld, dan hebt u geen recht op schadevergoeding.
De Hoge Raad heeft dit bij arrest van 14 november 1989 (LJN: ZC8272, NJ 1990, 274) al eens bepaald:
“Het vorenoverwogene brengt mee dat in het geval dat een onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad de term ‘de zaak’ in art. 591a eerste en tweede lid Sv dan ook de betekenis heeft van ‘al datgene waarop het rechtsgeding betrekking had’. De grenzen daarvan zijn vastgelegd in hetgeen bij inleidende dagvaarding aan de verdachte is ten laste gelegd, zij het dat deze grenzen nadien nader kunnen worden bepaald door wijziging der telastelegging op de voet van de art. 313–314a Sv en/of voeging onderscheidenlijk splitsing op de voet van art. 276 Sv.”
Daarna heeft de Hoge Raad dit nog eens herhaald, en ook in de lagere jurisprudentie is dit tot uitgangspunt genomen.
Uitzondering bij onterechte detentie
Op het hiervoor genoemde vereiste dat de vrijspraak moet gelden voor alle feiten op de dagvaarding, is een kleine uitzondering van toepassing. Wanneer u enige tijd in voorarrest hebt gezeten op verdenking van een strafbaar feit, en u later voor dat feit wordt vrijgesproken, maar wel wordt veroordeeld voor een strafbaar feit, waarvoor op grond van de wet geen voorlopige hechtenis mag worden opgelegd, hebt u toch recht op schadevergoeding ex 89 Sv. voor de tijd dat u ten onrechte in voorarrest hebt doorgebracht.
Schadevergoeding na onterechte aanhouding
Geplaatst op: 28 juli 2025Wanneer u door de politie onterecht bent aangehouden, hebt u in sommige gevallen recht op schadevergoeding.
Onterechte aanhouding?
Wanneer de aanhouding onterecht is, wordt binnen het kader van artikel 533 Sv. zo verwoord dat de strafzaak tegen u is geëindigd zonder dat er aan u een straf of maatregel is opgelegd. Dat is dus het geval bij een sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging.
Wanneer schadevergoeding?
U hebt recht op schadevergoeding vanaf het moment dat u van de hulpofficier van justitie een bevel tot inverzekeringstelling hebt ontvangen. De hulpofficier van justitie komt dan bij in in de politiecel en geeft aan dat u nog langer, voor maximaal 3 dagen, moet blijven. U krijgt het bevel tot inverzekeringstelling op schrift.
Geen schadevergoeding eerste 9 uur
Let er wel op dat de wet helaas geen mogelijkheid biedt voor schadevergoeding bij de eerste 9 uur dat u vast hebt moeten zitten op het politiebureau. De tijd tussen 0.00u en 9.00u telt hierbij niet mee, zodat u tot maximaal 18 uur kunt worden vastgehouden, zonder dat u aanspraak kunt maken op schadevergoeding wegens onterechte detentie. Eigenlijk werkt het zo dat u als gewezen verdachte pas recht hebt op schadevergoeding wegens onterechte vrijheidsbeneming vanaf het moment dat u een “bevel tot inverzekeringstelling” van de hulpofficier van justitie hebt ontvangen.
Hoeveel schadevergoeding?
Voor de berekening van de geleden immateriële schade wordt in beginsel een vergoedingsmaatstaf gehanteerd van € 105,- voor iedere dag, die de verzoeker in een politiecel of in beperkingen in het Huis van Bewaring heeft doorgebracht en een bedrag van € 80,- voor iedere dag die de verzoeker niet in beperkingen in het Huis van Bewaring heeft doorgebracht, met inbegrip van de dag van aanvang. Onder dag wordt verstaan een tijd van vier en twintig uren zoals genoemd in artikel 136 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering. Dit brengt mee dat de dag van invrijheidstelling niet wordt vergoed. Een dag die begint op basis van een vergoedingsmaatstaf van € 105,- maar die overgaat in een dag met een vergoedingsmaatstaf van € 80,- wordt aangemerkt als een dag tegen een vergoedingsmaatstaf van € 80,-.
De onschuldpresumptie en gronden van billijkheid bij een verzoek tot schadevergoeding ex artikel 530 en 533 Sv.
Geplaatst op: 28 juli 2025Wanneer een gewezen verdachte wordt vrijgesproken kan niet worden gesteld dat het vanzelfsprekend is dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om de schadevergoeding ex artikel 530 en 533 Sv toe te kennen. Wel zijn de marges kleiner na een onherroepelijke vrijspraak wanneer het gaat om afwijzing van een verzoek tot schadevergoeding, dan bij een zaak die onherroepelijk is geworden na niet-ontvankelijk verklaring of een sepotbeslissing van het OM. Het EHRM stelt dat bij een onherroepelijke vrijspraak: ‘even the voicing of suspicions regarding an accused’s innoncence’ niet langer is toegestaan (ECLI:NL:RBAMS:2010:BL1655). Dit wil zeggen dat de rechter – welke het verzoek tot schadevergoeding behandelt – de (eventuele) betrokkenheid van de verzoeker niet zomaar mag opnemen als motivering om het verzoek af te wijzen.
- Bekennende verdachte
Op 9 september 2020 heeft de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:4841) een verzoek tot schadevergoeding behandeld. Het OM heeft hierbij afwijzing bepleit, welke primair is gebaseerd op het feit dat uit de overweging van de rechtbank in de strafzaak kan worden afgeleid dat er twijfel bestaat over de onschuld van verzoeker. De rechtbank verwerpt het standpunt van het OM en wijst het verzoek tot schadevergoeding toe. De rechtbank stelt dat verzoeker is vrijgesproken van de feiten die aan hem ten laste zijn gelegd. Uit jurisprudentie van het EHRM kan volgens de rechtbank Amsterdam worden afgeleid dat de onschuldpresumptie van art. 6 EVRM in de weg staat om de gronden van de verdenking mee te wegen bij een verzoekschrift ex art. 530 en 533 Sv, wanneer er sprake is van een onherroepelijke vrijspraak.
- Beroepen op zwijgrecht
In dezelfde uitspraak van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:4841) bepleit het OM subsidiair afwijzing van het verzoek tot schadevergoeding, wegens het feit dat verzoeker een beroep heeft gedaan op zijn zwijgrecht tijdens de eerste vier verhoren. Volgens de rechtbank Amsterdam betekent het feit dat verzoeker een beroep heeft gedaan op zijn zwijgrecht niet dat het verzoek tot schadevergoeding afgewezen dient te worden. Tevens stelt de rechtbank dat in hoeverre dit op strategische gronden geschiedt, niet doorslaggevend is geweest in de strafzaak. Het verzoek tot schadevergoeding wordt dan ook toegewezen.
- Beleidssepot
De rechtbank Amsterdam behandelde op 9 september 2020 een andere zaak inzake een verzoek tot schadevergoeding ex art. 530 en 533 Sv. De rechtbank stelt dat in geval van een beleidssepot beoordeeld dient te worden of de situatie zich voordoet dat de strafzaak onmiskenbaar tot een veroordeling van verzoeker zou hebben geleid (ECLI:NL:RBAMS:2020:4842). Wanneer dat het geval is, ontbreken de gronden van billijkheid en dient het verzoek tot schadevergoeding te worden afgewezen. In deze zaak is de rechtbank van mening dat verzoekster stellig heeft ontkend en dat verder geen nader onderzoek heeft plaatsgevonden naar bijvoorbeeld het mes dat is aangetroffen in de buurt van het incident door een verbalisant. Op basis van de stukken in het procesdossier kan de rechtbank niet vaststellen dat de strafzaak zou hebben geleid tot veroordeling van thans verzoekster. De gronden van billijkheid verzetten zich daarom volgens de rechtbank Amsterdam niet tegen het toekennen van de vergoedingen op grond van art. 530 en 533 Sv.
Daarnaast heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 augustus 2019 een verzoek tot schadevergoeding toegewezen aan verzoeker, ondanks dat de advocaat-generaal bevestiging van de beschikking van de rechtbank bepleit. De rechtbank heeft eerder het verzoek tot schadevergoeding van verzoeker afgewezen, daar er geen gronden van billijkheid aanwezig waren voor de toekenning van de vergoedingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de strafzaak tegen thans verzoeker niet ten onrechte is afgedaan met een beleidssepot in plaats van een sepot op grond van het ontbreken van wettig en overtuigd bewijs. Het gerechtshof stelt ook in deze zaak dat in het geval van een beleidssepot, beoordeeld dient te worden of de situatie zich voordoet dat de strafzaak tegen verzoeker onmiskenbaar tot een veroordeling zou hebben geleid (ECLI:NL:GHARL:2019:6479). Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelt dat zij op basis van het procesdossier niet kunnen vaststellen dat de strafzaak onmiskenbaar zou hebben geleid tot veroordeling van de verzoeker.
- Sepot wegens verjaring
De rechtbank Amsterdam stelt in de beoordeling van het verzoekschrift tot schadevergoeding, op 16 oktober 2020, dat de gronden van billijkheid voor toekenning van de schadevergoeding kunnen ontbreken, wanneer verzoeker het aan zichzelf heeft te wijten dat hij verdachte is geworden van een opsporingsonderzoek (ECLI:NL:RBAMS:2020:5437). Dit zou betekenen dat de kosten voor de rechtsbijstand van verzoeker voor zijn eigen risico dient te blijven. Echter, volgens jurisprudentie van het EHRM kan worden afgeleid dat bij behandeling van het verzoekschrift ex art. 530 Sv, geen oordeel mag worden gegeven over de schuld van de verzoeker, nu dit in strijd is met de onschuldpresumptie. Het procesdossier van de strafzaak van verzoeker bevat volgens de rechtbank belastende omstandigheden jegens verzoeker. Desondanks is de rechtbank van mening dat op basis van het procesdossier niet kan worden gesteld dat de kosten voor de rechtsbijstand van verzoeker voor zijn eigen risico dient te blijven. Er zijn daarom wel gronden van billijkheid aanwezig om het verzoek tot schadevergoeding toe te wijzen.
Het gerechtshof Amsterdam heeft op 6 april 2018 bepaald dat de waarschijnlijkheid van veroordeling bij een vervolging welke niet is voortgezet, op zichzelf geen bruikbaar criterium is voor het billijkheidsoordeel over de afwijzing of toekenning van schadevergoeding op grond van art. 533 Sv (ECLI:NL:GHAMS:2018:1199).
- Sepot wegens gering feit
Op 13 februari 2018 heeft het gerechtshof Amsterdam een verzoek tot schadevergoeding toegewezen, nadat de rechtbank datzelfde verzoek afwees. De rechtbank oordeelde dat de gronden van billijkheid om het verzoek tot schadevergoeding toe te wijzen ontbraken nu de zaak is geseponeerd wegens een gering feit. Het hof Amsterdam oordeelde op 13 februari 2018 dat het feit dat een zaak geseponeerd is wegens gering feit onvoldoende is om een verzoek tot schadevergoeding af te wijzen (ECLI:NL:GHAMS:2018:503).