Artikel 89 Sv. – naast immateriële, ook recht op materiële schadevergoeding
Artikel 89 Sv. biedt een gewezen verdachte het recht om schadevergoeding te vragen na o.a. in voorarrest te hebben gezeten. Wat veel mensen niet weten, is dat het artikel niet alleen recht biedt op een forfaitaire immateriele schadevergoeding, maar ook op een materiele schadevergoeding. Dit volgt uit een uitspraak van het gerechtshof Den Haag, 8 mei 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4159. In veel gevallen is het daardoor mogelijk om een hogere schadevergoeding te vorderen.
Hof: naast immateriele schadevergoeding, ook materiele schadevergoeding
In zijn beslissing van 18 december 2014 overweet het Gerechtshof Den Haag dat de forfaitaire bedragen enkel zien op immateriële schade. Het hof wijst erop dat de forfaitaire bedragen hun oorsprong lijken te vinden in de bedragen die destijds zijn voorgesteld door de werkgroep materieel strafrecht van de NVvR in de ‘Nota inzake de toepassing van de voorlopige hechtenis c.a.’ (Trema 1990, p. 267-268). Die bedragen zien nadrukkelijk enkel op de vergoeding van gederfde levensvreugde en materiële schade, die volgens de werkgroep volledig voor vergoeding in aanmerking komt, is daar niet bij betrokken.
Voorts overweegt het hof dat civiele schadevergoedingsacties in zijn algemeenheid worden beheerst door twee principes:
1. dat er volledige vergoeding plaatsvindt van werkelijk geleden vermogensschade en
2. dat de vermogenswaarde concreet wordt berekend.
In dat systeem past niet dat in de forfaitaire bedragen een materieel component besloten ligt, aangezien vermogensschade per geval zal verschillen en ook per geval (veelal) nauwkeurig kan worden berekend.
Tot slot wijst het hof erop dat artikel 89 Sv voorschrijft dat een verzoeker, als erfgenaam van de gewezen verdachte, geen recht kan doen gelden op vergoeding van de door de gewezen verdachte geleden immateriële schade door ondergaan voorarrest. Indien de forfaitaire bedragen zowel een materieel als een immaterieel component zouden bevatten, dan zou dit met zich brengen dat in zo’n geval het immateriële component uit het bedrag zou moeten worden gefilterd. Dit zou een onmogelijke taak zijn, aangezien het LOVS geen uitsluitsel geeft over de verhouding tussen de twee componenten en de gewezen verdachte zelf niet meer in staat is om te verklaren over de mate waarin hij de gederfde levensvreugde heeft ervaren.
Daarom oordeelt het hof oordeelt dat verzoeker naast een forfaitair bedrag voor zijn geleden immateriële schade vergoeding toekomt voor zijn daadwerkelijk geleden materiële schade.
Welke materiele schade?
Aan welke schadeposten moet dan gedacht worden? We zullen een kleine, niet limitatieve, opsomming geven:
- gederfde inkomsten tijdens voorarrest
- verhuiskosten
- misgelopen uitkeringen
- misgelopen vakantie (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 juni 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4297)
In de rechtspraak komen we ook zaken tegen waarbij het NIET is gelukt om schadevergoeding te vragen:
- Gevolgschade (bijv. Het verlies van opdrachten, en daarmee inkomsten, na afloop van de aanhouding en inverzekeringstelling door de houding en het optreden van de officier van justitie in de media kwam niet voor vergoeding in aanmerking. ‘De procedure ex artikel 89 Sv is echter niet bedoeld voor kennelijke gevolgschade ten gevolge van de wijze van optreden van het Openbaar Ministerie in een bepaalde strafzaak.’)
Hogere schadevergoeding
Bij de immateriele schadevergoeding kunnen redenen bestaan om een hogere vergoeding toe te kennen:
- Uitgebreide media-aandacht (Rechtbank Zutphen, 13 juni 2008, ECLI:NL:RBZUT:2008:BD3913)
- Zware dwangmiddelen (Rechtbank Rotterdam, 30 september 2005, ECLI:NL:RBROT:2005:AU3601 en Rechtbank Rotterdam, 7 november 2006, ECLI:NL:RBROT:2006:AZ4955)
- Psychische gevolgen van voorarrest (Rechtbank Rotterdam 16 oktober 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:7605)
Let op: besparingen in mindering brengen
De kosten die een verzoeker bespaart doordat hij in voorarrest zit, worden overeenkomstig de norm van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) in mindering gebracht. Indien je meent dat hiervan afgeweken zou moeten worden, dient dit expliciet te worden onderbouwd. Soms kunnen echter ook minder voor de hand liggende schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen. Zo werden de kosten voor een nieuw geboekte vakantie door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aan verzoeker vergoed. Verzoeker was destijds aangehouden op Schiphol, en door zijn vrijheidsbeneming had hij zijn vlucht gemist. Ook zijn partner ging niet op vakantie. De kosten van deze vakantie werden niet gerestitueerd.