085-4865262 (dagelijks 8.00u - 22.00u)

Schadevergoeding na gegrond verklaard beklag beslag (art. 552a Sv)

Geplaatst op: 10 juni 2013

Deze kosten zijn toewijsbaar voor zover ze redelijk zijn.Indien door de officier van justitie goederen in beslag zijn genomen, en de officier weigert om deze terug te geven, dan kunt u als beslagene of als rechthebbende een klaagschrift ex. artikel 552a Sv hiertegen indienen. Indien dat beklag vervolgens gegrond wordt verklaard, kunt u een verzoekschrift indienen strekkende tot verkrijging van schadevergoeding.


Dit volgt o.a. uit een uitspraak van de Hoge Raad (LJN: BG2191, 3 februari 2009) 
“De art. 591, tweede en vijfde lid, in verbinding met art. 591a, tweede en vierde lid, Sv voorzien in de mogelijkheid van vergoeding van de kosten van een raadsman voor het indienen van een klaagschrift als  bedoeld in art. 552a Sv. Een verzoek tot toekenning van een dergelijke  vergoeding kan, gelet op het van overeenkomstige toepassing verklaarde  tweede lid van art. 591 Sv, worden ingediend “binnen drie maanden na het eindigen van de zaak”. Onder het eindigen van de zaak dient in dit  verband te worden verstaan het onherroepelijk worden van de beslissing  op het op de voet van art. 552a Sv ingediende klaagschrift.”

Voorwaarde is dan wel dat de beklagzaak eindigt met een uitspraak. Wanneer het klaagschrift tussentijds wordt ingetrokken omdat de officier van justitie de in beslag genomen goederen teruggeef om u niet-ontvankelijk wordt verklaard omdat de goederen al zijn teruggegeven, hebt u helaas geen recht op schadevergoeding. 

Kosten rechtsbijstand

Zoals ook bepaald in artikel 591a Sv. kunt u bij gegrond verklaring van het beklag ook schadevergoeding vorderen voor de gemaakte kosten van rechtsbijstand. Dit volgt o.a. uit LJN: BT6483, Rechtbank Alkmaar, 3 oktober 2011, waarin de rechter ten aanzien van de kosten van rechtsbijstand bepaalde: “Deze kosten zijn toewijsbaar voor zover ze redelijk zijn.”

Waardevermindering goed

Indien het in beslag genomen goed in waarde is verminderd tijdens het beslag dan kunt u ook het bedrag van de waardevermindering vorderen als schadevergoeding. In LJN: BT6483, Rechtbank Alkmaar, 3 oktober 2011 kende de rechter een bedrag van € 6.679,91 toe als vergoeding wegens de waardevermindering van een bedrijfsauto.

MAAR LET OP:

Niet-ontvankelijkheid verzoek schadevergoeding nu strafzaak nog niet is geeindigd

Rb Overijssel, 10 februari 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:450
De rechtbank overweegt als volgt. Het verzoek in kwestie strekt tot vergoeding van kosten gemaakt in het kader van een beklagprocedure ex artikel 552a Sv. in welke procedure verzoeker als belanghebbende kon worden aangemerkt. Op 4 september 2015 heeft de meervoudige raadkamer in deze rechtbank het klaagschrift van verzoeker gegrond verklaard. Betrokkene is echter tevens verdachte in het nog lopende vervolgingsproces van de aan de beklagzaak gekoppelde strafzaak waarin nog een oordeel dient te worden gegeven over de strafrechtelijke aansprakelijkstelling van verzoeker. De rechtbank is derhalve van oordeel dat nu niet is voldaan aan het vereiste in artikel 591a Sv dat de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a Sr., terwijl niet op voorhand kan worden gesteld dat er geen aansprakelijkstelling van verdachte door de strafrechter zal volgen, er geen ruimte is voor inwilliging van het verzoek. Verzoeker dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.


Ook schadevergoeding bij sepot, niet-ontvankelijkheid OM en ongegrond verklaard beklag 12 Sv.

Geplaatst op: 10 juni 2013

Niet alleen na vrijspraak, maar ook bij sepot, niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, en bij afwijzing van een door een ander ingediend klaagschrift ex artikel 12 Sv. wegens het uitblijven van vervolging, hebt u als gewezen verdachte recht op schadevergoeding. Dit is door de Hoge Raad nog eens bevestigd in de uitspraak LJN: BX5566, Hoge Raad, 19 februari 2013.


Sepot

Dat u, als gewezen verdachte, recht hebt op schadevergoeding na een sepot van de strafzaak, is al langer bekend. Regelmatig wordt met succes een verzoek ingediend voor schadevergoeding wegens een sepot.

Art. 591a lid 2 Sv luidt ook:
“indien de zaak eindigt zonder oplegging van straf of  maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het  Wetboek van Strafrecht”

Bij een sepot wordt aan deze voorwaarde voldaan.

In de uitspraak van de Hoge Raad wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de wetsgeschiedenis en de wetsystematiek van de regeling waarin wordt overwogen dat de wetgever heeft beoogd de  regeling ook toepassing te kunnen laten vinden in gevallen waarin de  zaak eindigt “zonder einduitspraak tegen den verdachte”, zoals dus in geval van een sepot.

Niet-ontvankelijkheid OM

In wezen geldt dit ook voor het geval de strafzaak eindigt omdat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging. Sterker nog, in dat geval eindigt de strafzaak, anders dan bij een sepot, wel door een einduitspraak. 
Ook aan de andere voorwaarden wordt voldaan. De zaak eindigt zonder straf of maatregel, en ook wordt er geen toepassing gegeven aan artikel 9a Sr. Ook bij een niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie hebt u dus als gewezen verdachte recht op schadevergoeding.

Na beklag 12 Sv.

Op grond van artikel 12 Sv. kan een aangever of een andere belanghebbende zich bij het gerechtshof beklagen wegens het uitblijven van vervolging van een verdachte. De verdachte kan zich hiertegen verdedigen en wordt ook als beklaagde gehoord door het gerechtshof. De verdachte kan zich hierbij doen bijstaan door een advocaat.

Wanneer het gerechtshof het beklag later afwijst, en het hof dus niet bepaalt dat de verdachte moet worden vervolgd, eindigt daarmee de strafzaak voor de verdachte. De Hoge Raad heeft nu in de hiervoor genoemde uitspraak bepaald dat ook in dat geval de verdachte aanspraak kan maken op schadevergoeding, bijvoorbeeld voor de gemaakte kosten van rechtsbijstand.

Hulp nodig?

Is in uw situatie de strafzaak geeindigd door sepot of niet-ontvankelijkheid van het OM, of heeft het hof een beklag ex artikel 12 Sv. afgewezen, dan kunnen wij binnen 3 maanden, voor u schadevergoeding vorderen. Meld uw zaak dan bij ons aan. Het aanvragen van schadevergoeding is voor u kosteloos.


Schadevergoeding wegens onterecht ingehouden rijbewijs

Geplaatst op: 09 juni 2013

Ook wanneer uw rijbewijs door justitie is ingehouden, en u later wordt vrijgesproken of de strafzaak wordt geseponeerd, dan hebt u op grond van de wet recht op schadevergoeding.


Artikel 164 lid 9 WVW bepaalt namelijk:

“Indien de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor de toepassing van het eerste of vierde lid niet is toegelaten, kan de rechter op verzoek van de gewezen verdachte hem een vergoeding ten laste van de Staat toekennen voor de schade die hij ten gevolge van die toepassing heeft geleden.”

De schadevergoeding kan o.a. bestaan uit inkomstenschade, gemaakte kosten voor bijvoorbeeld taxikosten, en een vergoeding van immateriele schade (smartengeld). 

Immateriele schadevergoeding

Dat u ook recht hebt op vergoeding van immateriele schade volgt uit de laatste zin van artikel 164 lid 9 WVW: 

“Onder schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat”

Het is altijd lastig om vervolgens om te bepalen welk bedrag aan schadevergoeding redelijk is. In de rechtspraak zien we steeds vaker dat rechters een bedrag van € 10,00 per dag dat het rijbewijs is ingehouden toekennen.

LJN: BN2961, Rechtbank ‘s-Hertogenbosch, 30 juli 2010
“De rechter acht het redelijk en billijk om verzoeker de standaardvergoeding van een bedrag van € 10,– per dag, derhalve een bedrag van € 440,– (zijnde 44 x € 10,–) toe te kennen voor de ten gevolge van de invordering en inhouding van het rijbewijs geleden immateriële en moeilijk te specificeren zakelijke schade. De rechter acht geen bijzondere omstandigheden aanwezig om over te gaan tot toekenning van een hogere vergoeding dan voornoemde standaardvergoeding.”


Voorwaarde voor schadevergoeding: alleen bij algehele vrijspraak

Geplaatst op: 09 juni 2013

Wilt u aanspraak kunnen maken op schadevergoeding na vrijspraak, dan is het van belang dat u vrijspraak krijgt voor alle feiten op de dagvaarding. Geldt de vrijspraak alleen voor een of meerdere feiten, en wordt u voor een ander feit wel veroordeeld, dan hebt u geen recht op schadevergoeding.


De Hoge Raad heeft dit bij arrest van 14 november 1989 (LJN: ZC8272, NJ  1990, 274) al eens bepaald:

“Het vorenoverwogene brengt mee dat in het geval dat een onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad de term ‘de zaak’ in art. 591a eerste en tweede lid Sv dan ook de betekenis heeft van ‘al datgene waarop het rechtsgeding betrekking had’. De grenzen daarvan zijn vastgelegd in hetgeen bij inleidende dagvaarding aan de verdachte is ten laste gelegd, zij het dat deze grenzen nadien nader kunnen worden bepaald door wijziging der telastelegging op de voet van de art. 313–314a Sv en/of voeging onderscheidenlijk splitsing op de voet van art. 276 Sv.”

Daarna heeft de Hoge Raad dit nog eens herhaald, en ook in de lagere jurisprudentie is dit tot uitgangspunt genomen.

Uitzondering bij onterechte detentie

Op het hiervoor genoemde vereiste dat de vrijspraak moet gelden voor alle feiten op de dagvaarding, is een kleine uitzondering van toepassing. Wanneer u enige tijd in voorarrest hebt gezeten op verdenking van een strafbaar feit, en u later voor dat feit wordt vrijgesproken, maar wel wordt veroordeeld voor een strafbaar feit, waarvoor op grond van de wet geen voorlopige hechtenis mag worden opgelegd, hebt u toch recht op schadevergoeding ex 89 Sv. voor de tijd dat u ten onrechte in voorarrest hebt doorgebracht.


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Schadevergoeding